Strijd tegen de
stank - the fight against stench
Animal Rendering - Destructie Column part 13
Please scroll down for the English version
Animal Rendering - Destructie Column part 13
Please scroll down for the English version
De steeds maar
aanhoudende strijd tegen de stank…. ( Smelten met zuur deel 2)
We zullen deze vaak zeer
ongelijke strijd in mijn blog regelmatig terug gaan zien. De “wapens” voor deze
strijd waren - zeker voor de vilders van vroeger maar aanvankelijk ook voor de
latere destructiebedrijven en destructiebedrijfjes - lange tijd zeer beperkt,
primitief, gebrekkig en duur. Toch gingen en gaan zij - ook nu nog - die strijd
telkens weer aan. Met zeer wisselend succes. Soms met en eclatante overwinning
dan weer met een diepe, verpletterende en vernederende nederlaag.
Net als de strijd van mijn lage landje bij de zee (Nederland)
Net als de strijd van mijn lage landje bij de zee (Nederland)
Zo gaf het uitkoken in
de open kuipen of ketels van kadavers en dergelijke in zuur meer stank dan het
alleen in water uitkoken. Op verschillende manieren trachtte men deze stank te
bestrijden.
De Fransman d’Arcet
bijvoorbeeld gebruikte een koperen ketel met een sluitend deksel voor het koken
van dierlijk afvalmateriaal in zuur. Omdat het materiaal geregeld geroerd moest
worden had d’Arcet het deksel met een scharnier in twee delen verdeeld waardoor
het deksel net voldoende open kan om te kunnen roeren.
De ketel is samen met
een vuurhaard ommuurd en het geheel had een schoorsteen. De stinkende dampen uit
de ketel verlieten de ketel door de trek van de schoorsteen en gingen naar de
vuurhaard, waar zij werden verbrand en samen met de rookgassen door de
schoorsteen gingen. Door de verbranding was de stank iets minder maar de
verbrandingsgassen waren nog steeds - zacht gezegd - zeer onwelriekend. Door de
hoogte van de schoorsteen en de trek daarin werden de rookgassen meer of minder
verdund en bij relatief kleine hoeveelheden was de stank in de directe omgeving
inderdaad minder. Deze vermindering werd echter weer te niet gedaan, wanneer er
meer kadavers werden verwerkt. Door dezelfde hoogte en trek van de schoorsteen
was de stank echter wel op grotere afstand nog duidelijk te ruiken. En hoe meer
materiaal werd verwerkt hoe meer het op een grotere afstand stonk…...
Rond 1870 verkookte de
Duitser Vohl de kadavers in zuur ook in een gesloten ketel, waarbij hij de
stinkende dampen uit de ketel eerst in een vat over lagen kalk liet stromen,
waarbij alvast een eerste een deel van de stinkende gassen en dampen aan de
kalk worden geadsorbeerd. Vervolgens gingen de gassen en dampen door een met
cokes gevulde kolom. Tijdens hun weg omhoog werden nog meer van de stinkende
gassen geadsorbeerd of gecondenseerd. Pas dan werden de resterende gassen en
dampen onder in het vuur geleid, waar zij werden verbrand. De condens werd naar
de riolering afgevoerd.
Wanneer de cokes
“verzadigd” was, werd dit als brandstof verstookt. De verbruikte kalk werd
gestort. Ook deze oplossing was maar beperkt toereikend. Zij voldeed dan wel bij
kleine hoeveelheden maar ook hier begonnen de problemen pas echt wanneer de
hoeveelheden toe namen.
the fight against the stench - (melting in acid part 2)
The ever persistent fight against the stench. We will see this - often
very unequal - fight regulary back in my blog. The "weapons" for this
battle were for a long time still very limited, primitive, flawed and expensive;
certainly for the skinners of the earlier times but initially also for rendering
companies and - businesses. Yet they went and are still going into that fight
over and over again. . With strong varying success. Sometimes with brilliant and resounding
victory then again with a deep, crushing and humiliating defeat . Like we Dutch
with our fight against the see.
So gave the boiling in open tubs or kettles of cadavers and such in acid
water more stench than boiling only in water. There is always tried to combat
this stench in different ways.
For example, the Frenchman d'Arcet cooked this animal waste material
with acid in a copper kettle with a fitting lid. Because the fact that the
material had to be stirred regularly d'Arcet divided the lid with a hinge into two
parts so that a part of the lid could be opened just enough to be able to stir.
The kettle was enclosed together with a fireplace in which the fireplace
had a chimney. The evil-smelling fumes from the kettle leave the kettle by the draw
of the chimney and are goiing to the fire, where they are burned and leave together
with the flue gases through the chimney. By burning the fumes the stench wass somewhat
less but also the combustion gases were still evil-smelling. By the height of the chimney
and the draw the flue gases were more or less diluted and at relatively small
amounts the stench in the immediate vicinity was indeed less. This reduction,
however, was nullified, when more carcasses are processed.
However by the height and draw of
the chimney, the stench was still on greater distance clearly to smell. And the
more material was processed the more it at a greater distance stank......
Around 1870 the German Vohl processed carcasses in acid in a closed
boiler, taking the smelly fumes from the boiler into a barrel where he lets the
fumes flow over lime layers, where a first part of the smelly gases and vapours
werd adsorbed to the lime. Then the
gases and vapours went to a column
packed with cokes. During their way up even more of the smelly gases were adsorbed
or condensed. Only then the remaining gases and vapours went to the bottom of
the fire, where they were burned. The condensation was drained to the sewer
system. When saturated the cokes was
used as a fuel. The spent lime was dumped. Also this solution was at a very
limited stage adequate. They satisfy at small quantities but real the problems
started as soon as the quantities of processed materials increases.
Renderers persistent fight against stench
Geen opmerkingen:
Een reactie posten