Animal Rendering - Destructie Column part 17
Please scroll down for the English version
Eén van de oude methoden voor de verwerking van kadavers en afgekeurd vlees
De uitvinding van de Papiniaanse Pot en de ontdekking dat
botten, dat kadaverdelen en (afgekeurd) vlees onder druk veel sneller “gaar”
werden en uiteenvielen betekende nog
niet, dat de autoclaaf meteen ook zijn intrede deed in de vilderijen. Zo’n
autoclaaf was kostbaar en het werken ermee was – vanwege het explosiegevaar –
ook niet ongevaarlijk. Op vele met name de kleinere vilderijen zou nog lange
tijd smelt- en kookketels gebruikt worden, waarin kadaverdelen en botten onder
de normale druk werden “uitgekookt’….
Alleen de hele grote vilderrijen, die over enig kapitaal
beschikten en met name de grotere slachthuizen begonnen langzamerhand met het
verwerken van dit materiaal in autoclaven of “Fleischdämpfer”.
Rond 1905 deden in Europa de slachthuizen ervaringen op met
autoclaven voor het toch voor de consumptie bruikbaar maken van enigszins
verdacht vlees. Dit was vlees, dat (nog) niet aan het bederven was maar waarvan
men wel twijfels had over de versheid ervan. Om dit vlees te vrijwaren van een
toch verder bederven en vrij te maken van mogelijke ziektekiemen ging men dit
steriliseren. Dit deed men door dit vlees onder druk net zo lang te koken
totdat ook het binnenste gekookt was. Het koken had voldoende plaats gevonden
als ook het binnenste van het vlees een bepaalde kleur had, die voor elk soort
vlees overigens weer anders was.
Fleischdämpfers waren
er in staande en liggende uitvoeringen. Ze hadden overeen, dat in het apparaat
de vleesdelen in op elkaar gestapelde manden werden gedaan, waarna het apparaat
hermetisch werd gesloten. In apparaten, met een dubbele wand voor het
doorvoeren van stoom kwam onderin een laag
water waarna het geheel via de stoommantel werd verhit. Bij enkelwandige
apparaten werd direct stoom in de autoclaaf gelaten. Over het algemeen werd het
vlees gedurende ca 1 ½ tot 2 uur onder
een druk van ca 1-1,5 atm “gestoomd” De vleesdelen mochten hierbij niet dikker
zijn dan 15 cm.
Deze apparaten, die oorspronkelijk waren bedoeld voor het
steriliseren van het zogeheten “vrijbankvlees” werden ook gebruikt voor het
verwerken van geheel afgekeurd vlees en het winnen van kadavervet. Geheel
afkeurenswaardig was het wanneer dit allen in één en hetzelfde apparaat
gebeurde.
Onder andere de firma Rohrbeck bouwde speciaal voor het
verwerken van afgekeurd vlees en kadaverdelen een zwaarder apparaat, waarvan de
werkdruk kon oplopen tot 2,5 atm. In dergelijke apparaten, waarvan de grootste
zo’n 2 m lang was met en diameter van 1,5 m konden zo in één keer 3 tot 4 stuks (in stukken
verdeeld) groot vee worden verwerkt.
One
of the old methods for processing animal carcasses and condemned meat
The
invention of the digester by Papin and the discovery that bones and other parts
of animal carcasses or (condemned) meat under pressure much faster
"cooked" and falls into pieces didn’t mean yet, that the autoclave
also was introduced in all the knacker-yards. Such a autoclave was quite
expensive and working with it was – because of the risk of explosion – not
harmless. On many knacker-yards, specially the smaller ones, for a long time it
would still be usual to use melting and cooking boilers, in which the parts of
the carcasses and bones were “boiled out” under the normal pressure of 1 atm.....
Only the
great big knacker-yards, which had about any capital and especially the larger
slaughterhouses started gradually with the processing of this material in
autoclaves or "Fleischdämpfer".
Around 1905
the slaughterhouses in Europe gained experience with autoclaves in order to make somewhat suspicious
meat suitable for human consumption. This concerned meat, that (yet) not was
going bad but it was meat of which one
had doubts about the freshness. To protect this meat against going bad and to destroy
all possible germs, this meat was sterilized. This was done by cooking this
meat under pressure just as long until also the inner was cooked. Cooking had
sufficient taken place when the interior of the meat had a certain color, for each
type of meat this color was different.
Fleischdämpfers
were both in vertical and in horizontal designs. They had in common, that in
the device the meat parts were put in stacked baskets, after which the device
was closed hermetically. In steam jacketed devices at the bottom there was a layer
of water after which the whole was heated by the steam jacket. At single-hulled
devices live steam was lead directly into
the autoclave.
Generally,
the meat was “steamed”for about 1 ½ to 2 hours at a pressure of about 1-1.5 atm.
The meat parts were not thicker than 15 cm.
These
devices, which were originally designed for sterilizing the so-called "Freibankfleisch"
were also used to process whole rejected meat and rendering fat from animal
carcasses. Entirely objectionable was when this all happened in one and the
same device.
Steriliseerautoclaaf uit ca 1905 voor afgekeurd vlees
Sterilizing autoclave from about 1905 for condemned meat
Bron: R. Fischer Sclachtabfälle und Tierleichen 1905, p. 125
Geen opmerkingen:
Een reactie posten