Animal Rendering - Destructie Column part 19
Please scroll down for the English version
Please scroll down for the English version
Maden: Krachtvoer voor de negentiende eeuwse
“plofkippen”
Na de vinding van Appert in 1823 zouden gedurende geruime
tijd autoclaven voor de meeste kleinere vilderijen nog onbetaalbare dingen
blijven en zullen de vilders voorlopig in “gewone potten en ketels” kadavers,
botten en ander vleesafval om hun vet uitkoken. Naast dit werk en het onthuiden
hadden zij in de negentiende eeuw nog enkele “nevenactiviteiten”.
Eén daarvan was het kweken van maden, die voor de vissers en
de kippenboeren erg gewild waren als visvoer respectievelijk krachtvoer. Zo was
er in Frankrijk een kippenboer, die in de wijde omgeving de magerste
scharminkels voor een appel en een ei opkocht en ze met maden voerde. Wat hem
met ander kippenvoer, zoals graan niet lukte, lukte dat wel met een dieet van
maden. In twee weken waren deze kippen drie maal zo zwaar geworden en konden
even later als het exquise “Poulardes du Mans” aan de man worden gebracht……. .
In het begin werden plukten de vilderskinderen hiervoor de
maden gewoon van de her en der op de vilderijen verspreide stinkende
afvalhopen. Later werd hiervoor een veel effectievere ‘productiemethode”
gevolgd.
Op een verloren stuk grond van de vilderij werden de
ingewanden en overig rottend vlees uitgespreid tot een laag van ca 15 cm dik.
Om uitdroging door direct zonlicht te voorkomen, strooide de vilder er een laag
stro overheen. Vanwege de sterke rottingsgeur kwamen de vliegen er onmiddellijk
op af om er hun eitjes te leggen. Door de gehele laag konden de maden zich
massa goed ontwikkelen. Was de laag dikker, dan zou de temperatuur in die laag
te hoog oplopen, de concentratie aan rottingsgassen te hoog worden en de maden
daardoor dood gaan. Na een paar dagen tot een week was de laag één bewegende wriemelende
en krioelende massa maden geworden. De vilderskinderen zochten dan handmatig de
zwarte humusdeeltjes hieruit, waarna de maden werden opgeschept en per kilo als
geheel schoon kippen- en vissenvoer werden verkocht.
In de tweede helft van de negentiende eeuw was er bij Parijs
één vilder, die zo in het visseizoen per week bijna 2 kubieke meter! maden produceerde en aan de man bracht……
Maggots:
Power fodder for the bloated broilers of the nineteenth century
After the
invention of Appert in 1823 still for quite a long time autoclaves will be too
expensive for most smaller knackeries and for the time being, the skinners will
still use "ordinary pots and kettles" for boiling down animal
carcasses, bones and other meat waste for producing the fat. In the nineteenth
century the skinners or knackermen had - in addition to this work and skinning -
had some “side-activities”.
One of these
side-activities was growing maggots, which were for the fishermen and the
chicken farmers much sought after as fish feed respectively feed concentrates
or “power fodder”. In France there was a chicken farmer, who in the wide
surroundings bought up at a very low price the leanest scraggy chickens and
feed them for a couple of weeks with maggots. When other chicken feed, such as
corn did not succeed, with a diet of maggots it succeeded well. Within two
weeks the weights of the chickens were three times the original weight and the
chicken farmer sold them as the
exquisite "Poulardes du Mans" ........
In the
beginning the children of the skinners picked the maggots from the foul-smelling
waste heaps which were scattered all over the knackeries. Later on a much more
effective “production method " was followed.
On a lost
part on the knackery intestines and other rotting meat was spread to a layer
with a thickness of about 15 cm. To
prevent dehydration by direct sunlight, the skinner interspersed a layer of straw over it. Because of the
strong rotting smell the fly’s came off immediately to lay their eggs. All
trough the whole layer the maggots could grow very well. When the layer was
thicker, than would the temperature on within the layer too high, the
concentration of rotting gases become too high and the maggots thereby died. After
a few days to a week the layer was one moving squirming and wriggling mass of maggots.
The skinners children manually sorted out the tiny black humus particles, after
which the maggots were scooped up and were sold per kilo as clean chicken and
fish feed.
In the
second half of the nineteenth century at Paris there was one skinner, who - during
the fishing season - produced and sold per week almost 2 cubic meters! of maggots
……..
Bron: Eigen foto