Waarom is “destructie”
eigenlijk een verkeerd woord voor het verwerken van afgekeurd vlees kadavers?
Hier in Nederland
gebruiken we nog steeds het woord “destructie” voor het verwerken van afgekeurd vlees en kadavers. Die worden
helemaal niet (meer) vernietigd door ze zomaar te verbranden. Dit dierlijk
afval wordt tegenwoordig omgezet in onschadelijke vaste en vloeibare
biobrandstoffen voor bijvoorbeel energiecentrales of cementovens. Het enige dat wel vernietigd wordt, zijn de
ziekteveroorzakers en de rotting.
"Destructie” komt van het Latijnse “destruere”.
Het is samengesteld uit het voorvoegsel “de-“ en het hoofdwoord “struere”. “Struere” is “bouwen” of “maken”. Het
voorvoegsel “de” maakt het geheel tot juist het tegenovergestelde. “De-struere” is dus letterlijk eigenlijk
“ont-bouwen” en weer omzetten in de samenstellende delen. Het bestaande woord “weer afbreken” voldoet nog het beste.
Waarvan dan toch het woord “destructie” voor het
omzettingsproces van afval naar brandstof?
Dat woord is afkomstig uit de Vleeschkeuringwet en de Veewet van de in de jaren twintig van de vorige eeuw. Daarin stond, dat afgekeurd vlees, vee en kadavers moesten worden verzameld, voor voedsel onbruikbaar en onschadelijk worden gemaakt of worden vernietigd.
Het vernietigen moest op voorgeschreven manieren gebeuren door verbranden, bewerken met zuur of loog of door met ongebluste kalk begraven na overgieten met met petroleum, carbol of teer.
Dat woord is afkomstig uit de Vleeschkeuringwet en de Veewet van de in de jaren twintig van de vorige eeuw. Daarin stond, dat afgekeurd vlees, vee en kadavers moesten worden verzameld, voor voedsel onbruikbaar en onschadelijk worden gemaakt of worden vernietigd.
Het vernietigen moest op voorgeschreven manieren gebeuren door verbranden, bewerken met zuur of loog of door met ongebluste kalk begraven na overgieten met met petroleum, carbol of teer.
Het onbruikbaar en onschadelijk maken moest door
“destrueren” in een “destructor” gebeuren.
Vernietigen en onbruikbaar maken werden in deze wetten in
één adem genoemd. In de volksmond werden daarom al gauw niet alleen het onbruikbaar en
onschadelijk maken maar ook het vernietigen van afgekeurd vlees en kadavers “destructie” genoemd.
Welke woorden ze in andere landen hiervoor gebruiken en
hoe het onbruikbaar en onschadelijk maken ging en nu gaat, vertel ik een andere
keer
Why does the
Dutch use the term “destruction” for both animal rendering as well as destroying?
As you
know is the rendering of cat.1 material not destroying it but processing it to
usefull and non-hazardous biofuels for by example powerplants.
The term
“destruction” is derived from the Latin “destruere” what is composed from the
prefis “de-“ and the term “struere”. The last means building up but with the prefix it
means the opposed building down.
The Dutch
uses the term destruction for animal rendering because it comes from the legislation of the 1920s about
condemned meat, live-stock and carcasses. This legislations provided that this
material has to be collected to make it non-hazardous and unfit for use as food
or it had to be destroyed. This destroying had to be done only in special by
law dictated ways by burning, burrial or in a chemical manner with acid or lye.
Making it non-hazardous and unfit for use as food is provided to be
done in a “destructor”. Here the Dutch law bracketed together the term
destroying and the term making non-hazardous and unfit for use as food. In the
language of the people soon became used the word “destruction” for both
destroying as well as animal rendering
The next time I will tell you about the words used for animal rendering
in other languages.
beschrijving in het Destructiebesluit van 1942 van het begrip destructor
description in the Dutch law called "Destructiebesluit" of 1942
description in the Dutch law called "Destructiebesluit" of 1942
Uit het boek; from the book (in Dutch) “Categorie één: Dierlijk afvalverwerking door
de eeuwen heen"